DISC Vragenlijst

1. Hoe beschrijf je jezelf?

• A. Doelgericht en vastberaden
• B. Enthousiast en expressief
• C. Geduldig en betrouwbaar
• D. Nauwkeurig en analytisch

2. Wat typeert je werkstijl?

• A. Resultaatgericht en snel
• B. Sociaal en beïnvloedend
• C. Teamgericht en geduldig
• D. Methodisch en nauwgezet

3. Hoe ga je om met problemen?

• A. Ik neem snel beslissingen
• B. Ik overleg graag met anderen
• C. Ik blijf kalm en overweeg de opties
• D. Ik analyseer de situatie grondig

4. Hoe werk je graag in een team?

• A. Ik neem graag de leiding
• B. Ik breng energie en enthousiasme
• C. Ik zorg voor stabiliteit en harmonie
• D. Ik zorg voor structuur en duidelijkheid

5. Hoe reageer je op verandering?

• A. Ik verwelkom verandering en zie het als een kans
• B. Ik ben enthousiast over nieuwe mogelijkheden
• C. Ik ben voorzichtig en overweeg de implicaties
• D. Ik analyseer de situatie voordat ik actie onderneem

6. Hoe communiceer je met anderen?

• A. Direct en to the point
• B. Open en expressief
• C. Rustig en bedachtzaam
• D. Duidelijk en gedetailleerd

7. Wat is jouw aanpak bij het oplossen van problemen?

• A. Ik ga er direct tegenaan en neem beslissingen snel
• B. Ik overleg graag met anderen om oplossingen te bedenken
• C. Ik denk rustig na en neem een weloverwogen beslissing
• D. Ik analyseer de situatie grondig en overweeg alle mogelijkheden

8. Hoe reageer je op kritiek?

• A. Ik verdedig mijn standpunt
• B. Ik probeer te begrijpen en overleg met anderen
• C. Ik blijf rustig en denk na over wat ik kan verbeteren
• D. Ik analyseer de kritiek en zie hoe ik het kan gebruiken om te verbeteren

9. Wat motiveert je het meest?

• A. Het behalen van resultaten en successen
• B. Erkenning en waardering van anderen
• C. Stabiliteit en zekerheid in mijn werk
• D. Het leveren van kwaliteit en nauwkeurigheid

10. Wat vind je het belangrijkste in je werk?

• A. Autonomie en zelfbeslissingen
• B. Samenwerking en goede relaties
• C. Een gestructureerde en voorspelbare omgeving
• D. Het volgen van procedures en het leveren van hoge kwaliteit

11. Hoe neem je beslissingen?

• A. Snel en doelgericht
• B. Door overleg en consensus
• C. Rustig en bedachtzaam
• D. Na grondige analyse en afweging

12. Hoe ga je om met stress?

• A. Ik werk nog harder om het probleem snel op te lossen
• B. Ik praat erover met anderen om stoom af te blazen
• C. Ik blijf kalm en probeer de situatie in balans te houden
• D. Ik analyseer de situatie om een plan te maken

Verzend